Huishoudelijk Reglement en Contributieregeling
R.K. Harmonie St. Caecilia Bavel
Huishoudelijk Reglement
I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Waar in dit reglement wordt gesproken van statuten, zijn daarmee bedoeld de statuten van de vereniging, zoals deze zijn vastgesteld bij besluit van de algemene vergadering d.d. 28 februari 2002.
II. TOELATING TOT HET LIDMAATSCHAP
Artikel 2
Iedereen die als lid tot de vereniging wenst te worden toegelaten, dient zich daartoe aan te melden bij één van de leden van het bestuur, onder opgave van de gegevens die door het bestuur worden verlangd.
Artikel 3
Het bestuur laat een kandidaat-lid toe tot het lidmaatschap tenzij daardoor het belang en/of de goede naam van de vereniging wordt geschaad of in gevaar gebracht.
Artikel 4
Als aspirant werkend lid kunnen slechts worden toegelaten zij, die naar het oordeel van het bestuur en gehoord het advies van de dirigent voldoende muzikale aanleg bezitten.
Artikel 5
Minderjarige kandidaat-leden kunnen door het bestuur slechts worden toegelaten met schriftelijk goedvinden van hun wettelijke vertegenwoordiger(s).
III. RECHTEN EN VERPLICHTINGEN DER LEDEN
Artikel 6
Zodra een lid tot het lidmaatschap is toegelaten, verkrijgt het de rechten en is het onderworpen aan de verplichtingen uit de statuten en reglementen van de vereniging voortvloeiende.
Artikel 7
Het verenigingsspeldje zal worden uitgereikt bij 25 jarig, 40 jarig en 50 jarig lidmaatschap. Met lidmaatschap wordt in dit kader bedoeld actief lidmaatschap als (aspirant) werkend lid of als (aspirant) buitengewoon lid. Jaren als begunstigend lid, erelid of lid van verdienste tellen bij de bepaling van de duur van het lidmaatschap niet mee.
IV. GELDMIDDELEN
Artikel 8
Het bestuur kan bepalen, dat door kandidaat-leden bij de aanvang van het lidmaatschap een waarborgsom moet worden betaald, en de hoogte daarvan vaststellen.
Artikel 9
De basis-contributiebedragen voor de in de contributieregeling (toegevoegd als bijlage aan dit reglement) te onderscheiden leeftijdscategorieën worden jaarlijks door de algemene vergadering vastgesteld. Het bestuur zal hiertoe ieder jaar een onderbouwd voorstel doen. De vaststelling van de door de begunstigende leden te betalen jaarlijkse bijdrage kan door de algemene vergadering aan het bestuur worden overgedragen.
Artikel 10
Het bedrag of de waarde zoals genoemd in artikel 14 lid 5 sub I van de verenigingsstatuten wordt bepaald op € 10.000,–.
Artikel 11
Handelingen, die voor de vereniging een financiële verplichting meebrengen, die het bedrag van € 500,– te boven gaat, worden door geen der bestuursleden verricht, dan nadat daartoe in een vergadering van het bestuur een positieve beslissing is genomen.
V. BESTUUR
Artikel 12
Het bestuur vergadert zo dikwijls als men noodzakelijk acht, doch tenminste zesmaal per jaar of op voordracht van tenminste drie bestuursleden. De vergaderingen van het bestuur worden door de secretaris in opdracht van de voorzitter bijeengeroepen met inachtneming van een termijn van tenminste acht dagen. In spoedeisende gevallen kan deze termijn door de voorzitter worden bekort.
Bij een oproeping voor de vergadering wordt de agenda gevoegd. Ieder bestuurslid kan de secretaris tot ten hoogste vier dagen voor de vergadering verzoeken een onderwerp op een aanvullende agenda te plaatsen, welke aanvullende agenda door de secretaris tenminste twee dagen voor de bestuursvergadering aan de bestuursleden wordt toegezonden.
In de vergaderingen van het bestuur brengt ieder lid één stem uit.
VI. ALGEMENE VERGADERINGEN
Artikel 13
Het bestuur bepaalt plaats, dag en uur van de algemene vergadering met inachtneming van het daaromtrent in de statuten bepaalde. Omtrent onderwerpen, welke in de oproeping voor de algemene vergadering niet zijn vermeld, kan door de algemene vergadering geen beslissing worden genomen.
Ieder lid kan tot acht dagen voor de algemene vergadering de secretaris schriftelijk verzoeken een agendapunt op de agenda te plaatsen, mits het tenminste door vijf stemgerechtigde leden is ondertekend.
Een lid dat zich verkiesbaar wil stellen voor het bestuurslidmaatschap dient dit uiterlijk acht dagen voor de algemene vergadering schriftelijk kenbaar te maken bij de secretaris.
Artikel 14
In de gewone algemene vergadering, bedoeld in artikel 15 der statuten, zal onder meer aan de orde worden gesteld:
- de notulen van de voorgaande algemene vergadering;
- een verslag over de activiteiten die in het afgelopen verenigingsjaar door de vereniging zijn ontplooid, en over de toestand van de vereniging in het algemeen;
- een verslag omtrent de toestand van de financiën van de vereniging en rekening en verantwoording van het bestuur omtrent het in het afgelopen verenigingsjaar gevoerde financiële beleid;
- een verslag van de kascommissie als bedoeld in artikel 16 der statuten;
- goedkeuring van de rekening en verantwoording van het bestuur over het afgelopen verenigingsjaar;
- behandeling en vaststelling van de begroting;
- benoeming nieuwe werkende en buitengewone leden;
- vaststelling van de basis-contributiebedragen voor de in de geldende contributie-regeling onderscheiden leeftijdscategorieën;
- verkiezing van bestuursleden ter voorziening in ten gevolge van periodiek aftreden of om andere redenen ontstane vacatures;
- aanwijzing van een kascommissie als bedoeld in artikel 16 der statuten;
- aanwijzing van een muziekcommissie als bedoeld in artikel 20 van dit huishoudelijk reglement.
Artikel 15
De voorzitter is belast met het handhaven van de orde ter vergadering en neemt daartoe alle maatregelen die hij bevorderlijk acht.
De voorzitter kan bepalen, dat één persoon over hetzelfde onderwerp of voorstel in één vergadering slechts een beperkt aantal malen het woord mag voeren, en dat ieder slechts een bepaalde tijd het woord mag voeren.
Indien de voorzitter van oordeel is, dat over een in behandeling gebracht voorstel genoeg is beraadslaagd, kan hij de beraadslaging sluiten en het voorstel in stemming brengen.
Artikel 16
Bij schriftelijke stemmingen treden in de algemene vergadering twee door de voorzitter aan te wijzen personen als stemopnemers op.
De stemopnemers onderzoeken of het aantal stembriefjes per stemronde gelijk is aan dat van de aanwezige stemgerechtigde leden, met inachtneming van het bepaalde bij artikel 17 tweede lid van dit huishoudelijk reglement. Bij verkiezing van een voorzitter wordt over hem het eerst gestemd.
Bij twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de voorzitter.
Artikel 17
Bij schriftelijke verkiezing van personen wordt één van onderstaande procedures gevolgd.
- Zijn er evenveel of minder kandidaten als beschikbare zetels, dan wordt per kandidaat een stemronde met blanco stembiljetten gehouden. Bij iedere stemronde geeft elk stemgerechtigd lid op het biljet aan of hij voor, dan wel tegen benoeming van de betreffende kandidaat is. Nadat alle stemrondes zijn afgerond, kan de stemcommissie aflezen welke kandidaten de vereiste volstrekte meerderheid hebben behaald, en daarmee zijn gekozen.
- Indien er meer kandidaten zijn dan beschikbare zetels, wordt ook dan voor elke kandidaat een stemronde met blanco stembiljetten gehouden. Bij iedere stemronde geeft elk stemgerechtigd lid op het biljet aan of hij voor, dan wel tegen benoeming van de betreffende kandidaat is. Om dit volstrekt eerlijk te laten verlopen moet het aantal uitgereikte stembriefjes bij elke stemronde gelijk zijn. Wanneer tussentijds stemgerechtigde leden ter vergadering binnenkomen, nadat reeds een of meer stemronde(s) heeft / hebben plaatsgehad, mogen deze leden niet aan de nog resterende stemronde(s) per kandidaat deelnemen. Na afronding van alle stemrondes worden de beschikbare zetels toebedeeld aan de kandidaten die een volstrekte meerderheid hebben behaald, op aflopende volgorde van het aantal behaalde stemmen vóór. Zorgt een gelijk aantal stemmen daarbij voor problemen, dan bepaalt het lot welke van de gelijk geëindigde kandidaten een zetel toegewezen krijgt.
VII. DIRIGENT EN MUZIEKCOMMISSIE
Artikel 18
De muzikale leiding van de vereniging berust bij een door het bestuur te benoemen dirigent. De dirigent, die geen lid van de vereniging behoeft te zijn, dient over voldoende muzikale aanleg en scholing te beschikken om repetities en uitvoeringen te leiden en nieuwe krachten op te leiden.
Het bestuur kan bepalen, dat aan de dirigent voor elke door hem geleide repetitie of uitvoering een door het bestuur vast te stellen vergoeding ten laste van de kas der vereniging zal worden uitbetaald. De dirigent is niet in loondienst bij de vereniging.
Bij afwezigheid of ontstentenis van de dirigent wordt deze vervangen door een door het bestuur te betalen vervanger.
Artikel 19
De dirigent bepaalt, in overleg met het betreffende lid en het bestuur, welk instrument en welke partij door ieder lid zal worden bespeeld en of een lid van instrument of partij zal veranderen.
Artikel 20
De muziekcommissie adviseert de dirigent over door de harmonie uit te voeren muziek, en over andere muzikale aangelegenheden. Tevens kan de commissie het bestuur, gevraagd of ongevraagd, adviseren over muzikale aangelegenheden in de ruimste zin van het woord. De dirigent blijft eindverantwoordelijk voor de uitgevoerde muziek.
De muziekcommissie bestaat uit vijf leden. Er zijn twee permanente leden (een bestuurslid en een werkend lid) en drie roulerende werkende leden voor een termijn van maximaal drie jaar. De dirigent is geen lid van de muziekcommissie, maar is wel aanwezig bij de vergaderingen. Benoeming van het permanent werkend lid en de drie roulerende werkende leden vindt plaats door de algemene vergadering. De muziekcommissie doet daartoe een voordracht. Het permanente bestuurslid wordt aangewezen door en vanuit het bestuur zelf. Het permanente werkend lid is voorzitter van de muziekcommissie.
De voorzitter van de muziekcommissie roept tenminste viermaal per jaar de commissie bijeen, of zoveel vaker als de commissie noodzakelijk acht. Vooraf wordt een agenda samengesteld, tijdens de vergaderingen wordt genotuleerd door het zittende bestuurslid.
VIII. MUZIEKUITVOERINGEN EN REPETITIES
Artikel 21
De werkende en aspirant-werkende leden zijn verplicht regelmatig de repetities bij te wonen. Zij dienen zich tijdens de repetities en muziekuitvoeringen te houden aan de aanwijzingen en instructies van de dirigent of diens vervanger.
Indien een lid niet in staat is repetities of muziekuitvoeringen bij te wonen, is hij verplicht zich af te melden bij een door het bestuur aan te wijzen persoon of personen.
Een lid dient tenminste vier van de laatste zes repetities voorafgaand aan een concertuitvoering bij te wonen. Indien dit niet gebeurt kan het bestuur, na daartoe te zijn benaderd door en na overleg met de dirigent, besluiten het lid niet te laten deelnemen aan de concertuitvoering.
Artikel 22
Regeling met betrekking tot serenades
- De harmonie brengt op verzoek serenades aan in Bavel woonachtige personen die:
-
- een koninklijke onderscheiding hebben ontvangen;
- 50- of 60-jaar zijn getrouwd.
De onder lid 1 genoemde personen ontvangen hun serenade tijdens de zomerserenades die jaarlijks plaatsvinden tijdens de laatste reguliere repetitie van het seizoen (eind juni, begin juli).
- Leden van de harmonie ontvangen op verzoek een serenade wanneer zij:
-
- Een koninklijke onderscheiding ontvangen;
- 25-, 50-, of 60-jaar getrouwd zijn;
- In het huwelijk treden
De onder lid 2 genoemde serenades vinden plaats op het moment zelf,
Artikel 23
Het bestuur bepaalt plaats, dag en uur der repetities, muziekuitvoeringen en concerten.
IX. INSTRUMENTEN, UNIFORMEN EN MUZIEKSTUKKEN
Artikel 24
Elk lid is verplicht het instrument, het uniform, de muziekstukken en andere goederen, welke hij van de vereniging in gebruik heeft ontvangen, zorgvuldig te onderhouden en er zorg voor te dragen, dat ze niet beschadigd worden.
Bij verlies of beschadiging is het lid jegens de vereniging aansprakelijk tenzij hij bewijst, dat het verlies of de beschadiging niet aan zijn schuld is te wijten. Van de vereniging in gebruik ontvangen instrumenten, muziekstukken en andere goederen mogen door een lid niet aan anderen worden afgegeven of uitgeleend, zonder schriftelijke goedkeuring of schriftelijke opdracht van het bestuur, noch door het lid voor andere doeleinden worden gebruikt dan door het bestuur zijn toegestaan.
Bij het einde van het lidmaatschap is het lid verplicht het instrument, het uniform, de muziekstukken en andere goederen, welke hij van de vereniging in gebruik heeft gekregen, terstond en in goede staat in te leveren.
Artikel 25
Regeling met betrekking tot correctief en preventief onderhoud aan en reparatie van instrumenten:
Algemeen
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende actoren;
- Bestuur; verantwoordelijk voor besluiten en financiële zaken zoals budget en aankoop van instrumenten,
- Penningmeester; onderdeel van het bestuur, verantwoordelijk voor financiële afhandeling t.a.v. verzekering, betaling en afhandeling declaraties,
- Bespeler; lid van de harmonie en bespeler van het instrument,
- Reparateur; Specialist die opdracht krijgt tot aankoop/reparatie/onderhoud van een instrument,
- Instrumentencommissie; gedelegeerde personen vanuit bestuur verantwoordelijk voor de procesuitvoering en contact met bestuur, bespeler en reparateur.
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende type eigenaren;
- Harmonie-instrumenten; Instrumenten die eigendom zijn van de harmonie,
- Privéinstrumenten die eigendom zijn van leden van de harmonie en tevens gebruikt worden tijdens activiteiten van de harmonie.
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende gebeurtenissen;
- Diefstal,
- Schade als gevolg van (vallen, stoten, breuk) incidenten waardoor het instrument onbespeelbaar of beschadigd geworden is,
- Correctief onderhoud of reparatie als gevolg van slijtage door normaal gebruik,
- Preventief onderhoud zoals het periodiek nalopen van instrumenten in combinatie met smeren, oliën en afstellen met als doel te voorkomen dat reparaties noodzakelijk worden.
- Zowel instrumenten bedoeld onder 2.a als ook 2.b kunnen verzekerd worden via de collectieve instrumentenverzekering die de harmonie afgesloten heeft. De bespeler van een privéinstrument is zelf verantwoordelijk voor het tijdig (bij de Instrumentencommissie) aanmelden van nieuwe instrumenten en mutaties.
- Gebeurtenissen bedoeld onder 3.a, 3.b en 3.c moeten bij de instrumentencommissie gemeld en geaccordeerd worden alvorens financiële verplichtingen zoals aankoop of reparatie worden aangegaan.
- Bespelers van harmonie-instrumenten gaan zorgvuldig om met hun instrument en accessoires. Ze plegen regelmatig preventief onderhoud om te voorkomen dat reparaties noodzakelijk worden.
- Indien er sprake is van schade of reparaties als gevolg van duidelijke opzet of grove onzorgvuldigheid worden de kosten verhaald op de (WA verzekering van) de bespeler. De bespeler heeft dan geen recht op vergoeding van kosten door de harmonie.
- Bespelers die werkzaamheden aan hun instrument laten uitvoeren zonder voorafgaande toestemming van instrumentencommissie en evt. instrumentenverzekering hebben geen recht op vergoeding van deze werkzaamheden door de harmonie.
- Het bestuur kan keuzes, beoordelingen en adviezen herroepen indien hier aanleiding toe is of dit nodig acht.
- Bij situaties waarin dit reglement niet voorziet bepaalt het bestuur.
Diefstal
- Indien een instrument gestolen is, dan is de bespeler verplicht hiervan aangifte te doen bij de politie.
- De melding en aangifte moeten gedeeld worden met penningmeester en instrumentencommissie om aanspraak te kunnen maken tot gehele of gedeeltelijke schadeloosstelling vanuit de instrumentenverzekering.
- De instrumentencommissie zorgt indien nodig voor een vervangend instrument.
- Na akkoord vanuit de verzekering zal in geval van een privéinstrument een uitkering gedaan worden.
Schade
- Bij schade is de bespeler verplicht dit direct te melden bij de instrumentencommissie en aan te geven wat de aanleiding/oorzaak en aard van beschadiging is (incl. foto’s).
- De instrumentencommissie beoordeelt óf de werkzaamheden aan het instrumenten extern moeten plaatsvinden, óf zelf kunnen worden uitgevoerd, óf dat er geen noodzaak is om deze te laten repareren. Het oordeel van de instrumentencommissie is bindend.
- Wanneer de werkzaamheden extern worden uitgevoerd zal de instrumentencommissie in overleg met de bespeler bepalen waar de reparatie uitgevoerd kan worden.
- De bespeler zal zelf zorgdragen dat zijn of haar instrument bij de reparateur terecht komt.
- De reparateur beoordeelt de schade en maakt een kostenraming t.b.v. de aanmelding de instrumentenverzekering.
- De bespeler communiceert de kostenraming met de instrumentencommissie die vervolgens de schade bij de instrumentenverzekering zal aanmelden.
- Bij een akkoord vanuit de verzekering zal dit aan de bespeler en reparateur gemeld worden en kan goedkeuring voor reparatie gegeven worden.
- De bespeler heeft bij een uitkering door de verzekering recht op vergoeding ter hoogte van het bedrag dat door de verzekering wordt uitgekeerd.
- Bij harmonie-instrumenten wordt de factuur op naam van de harmonie gesteld. De reparateur of bespeler stuurt de factuur naar de penningmeester die vervolgens de betaling doet. De penningmeester deelt de factuur met de instrumentencommissie die de afhandeling met de instrumentverzekering zal doen.
- In het geval van een privéinstrument betaalt de bespeler de factuur aan de reparateur zelf en kan deze daarna declareren bij de penningmeester. Het door de instrumentenverzekering uitgekeerde bedrag zal in eerste instantie uitgekeerd worden aan de harmonie en vervolgens worden terugbetaald aan de eigenaar van het privéinstrument.
Correctief onderhoud of reparatie als gevolg van slijtage door normaal gebruik
- Correctief onderhoud of reparatie als gevolg van slijtage aan een privéinstrument wordt in beginsel door de bespeler zelf betaald. Eventueel kan de instrumentencommissie (als service) advies voor een reparateur geven of kleine reparaties zelf uitvoeren.
- Correctief onderhoud of slijtage aan harmonie-instrumenten moeten gemeld worden bij de instrumentencommissie.
- De instrumentencommissie beoordeelt óf de werkzaamheden aan het instrumenten extern moeten plaatsvinden, óf zelf kunnen worden uitgevoerd, óf dat er geen noodzaak is om deze te laten repareren.
- Wanneer de werkzaamheden extern worden uitgevoerd zal de instrumentencommissie in overleg met de bespeler bepalen waar de reparatie uitgevoerd kan worden.
- De bespeler zal zelf zorgdragen dat zijn of haar instrument bij de reparateur terecht komt.
- De reparateur maakt een kostenraming en de bespeler communiceert de kostenraming met de instrumentencommissie.
- Bij een akkoord van de instrumentencommissie zal dit aan de bespeler en reparateur gemeld worden en kan goedkeuring voor reparatie gegeven worden.
- Bij harmonie-instrumenten wordt de factuur op naam van de harmonie gesteld. De reparateur stuurt de factuur naar de penningmeester die vervolgens de betaling doet.
Preventief onderhoud
- Kosten voor preventief onderhoud en materialen komen voor rekening van de bespeler zelf.
- Het periodiek nalopen van instrumenten in combinatie met smeren, oliën en afstellen, voorkomt dat reparaties noodzakelijk worden en onnodige kosten gemaakt moeten worden.
- De instrumentencommissie zal leden adviseren en informeren over de wijze waarop en waarmee instrumenten het beste kunnen worden onderhouden.
X. SLOTBEPALINGEN
Artikel 26
In alle gevallen waarin de statuten of dit reglement niet voorzien, beslist het bestuur.
BIJLAGE 1: CONTRIBUTIEREGELING
I. ALGEMEEN
- De contributie per maand van een (aspirant) werkend lid bestaat uit basiscontributie, eventueel verminderd met 1 of meer kortingen. De contributie van een (aspirant) buitengewoon lid wordt op gelijke wijze bepaald.
- Ereleden en leden van verdienste zijn vrijgesteld van contributiebetaling. Zij tellen niet mee bij de berekening van de kortingen uit deze bijlage.
- Leden die niet (meer) muzikaal of bestuurlijk actief zijn (geen ereleden of leden van verdienste), zogenaamde “rustende leden”, betalen per maand 25% van de contributie zoals die geldt voor een vergelijkbaar werkend lid. Zij tellen niet mee bij de berekening van de kortingen uit deze bijlage.
- Werkende of buitengewone leden, die door werk of studie langer dan drie maanden aaneen niet in staat zijn om aan verenigingsactiviteiten deel te nemen, betalen gedurende die periode 25% van hun normale contributie.
- Onder gezin wordt tevens verstaan een uitwonende student die geen gebruik maakt van de in het vorige punt geboden mogelijkheid.
- Nieuwe leden, die niet in het bezit zijn van een muziekdiploma, en zichzelf aanmelden voor een muziekopleiding betalen de eerste twee jaar van hun muziekopleiding geen contributie. Bovendien ontvangen ze van de Harmonie gratis voor die termijn een leeninstrument, als ze zelf niet over een instrument beschikken.
II. BASISCONTRIBUTIE
leden en leerlingen tot 18 jaar |
“tarief 1” per maand: |
€ 11,55 |
leden en leerlingen vanaf 18 jaar |
“tarief 2” per maand: |
€ 14,30 |
III. KORTINGEN (t.o.v. de basiscontributie)
Instrumentkorting, volgens bijlage 2 instrumentkorting: |
25 % |
De eerste twee leden uit één gezin naar leeftijd |
0 % |
Het derde lid uit één gezin naar leeftijd |
50 % |
Het vierde lid uit één gezin naar leeftijd |
75 % |
Het vijfde lid uit één gezin naar leeftijd |
100 % |
|
|
IV. TUSSENTIJDS TOE- OF UITTREDENDE LEDEN
- Toetredende leden betalen contributie vanaf de maand dat ze lid worden, dat wil zeggen voor de resterende maanden in het kalenderjaar.
- Uittredende leden die vóór 1 juli als lid worden uitgeschreven betalen het eerste half jaar contributie. Opzeggers vanaf 1 juli betalen het gehele jaar.
V. SLOTBEPALINGEN
- De bedragen bij II worden elk jaar door de ledenvergadering vastgesteld.
- Voor de berekening van de contributiehoogte, inclusief de kortingen, is de situatie op 1 januari van het betreffende kalenderjaar bepalend.
- De vereniging stimuleert aanmelding bij muziekschool de Nieuwe Veste. Opleiding elders is alleen mogelijk als de benodigde opleiding daar niet wordt gegeven.
- In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.
BIJLAGE 2: INSTRUMENTKORTING
I. WIE KAN KORTING KRIJGEN?
- Instrumentkorting kan uitsluitend worden verleend aan werkende leden.
- Ereleden zijn vrijgesteld van contributie. Instrumentkorting is niet aan de orde.
- Buitengewone leden (niet-spelende bestuursleden) krijgen geen instrumentkorting.
- Begunstigende leden (rustende leden) komen niet in aanmerking voor instrumentkorting.
Motivatie: Ze betalen (zie contributieregeling bij kopje algemeen) “25% van de contributie zoals die geldt voor een vergelijkbaar werkend lid”. Aan een rustend lid met eigen instrument zou in principe ook nog instrumentkorting verleend kunnen worden. Omdat deze leden niet actief deelnemen aan verenigingsactiviteiten wordt het niet redelijk geacht om ook nog korting te geven op de al tot 25% teruggebrachte basiscontributie.
II. WANNEER KRIJGT EEN WERKEND LID INSTRUMENTKORTING
- Korting wordt verleend wanneer het werkend lid alleen één (of meer) eigen instrument(en) heeft.
- Korting wordt verleend aan werkende leden met een eigen hoofdinstrument, ook al hebben ze een (of meer) neveninstrument(en) van de harmonie.
Voorbeelden: Fluitiste met eigen fluit en een piccolo van de harmonie.
- Korting wordt verleend aan werkende leden met eigen neveninstrument dat onmisbaar is voor harmonieactiviteiten, ook als hun hoofdinstrument van de harmonie is.
Voorbeelden: Fluitiste met harmoniefluit en eigen piccolo.
Bassist met “binnenbas” van harmonie en eigen sous voor uitrukken.
Slagwerker met eigen drumstel thuis om te kunnen oefenen.
Hoornist die op straat eigen trompet bespeelt.
- Korting wordt verleend aan werkende leden die een eigen instrument gratis uitlenen aan en ander lid, mits dat instrument dan bij St.Caecilia Bavel als hoofdinstrument of onmisbaar neveninstrument wordt gebruikt.
III. GEHANTEERDE DEFINITIES EN VOETNOTEN
- Bij de beoordeling van instrumentkorting gelden als eigen instrument: instrumenten in eigendom van een werkend lid, of het gezin waartoe het lid behoort; en instrumenten die het werkend lid zelf huurt of leent van derden, niet zijnde eigen harmonieleden.
- Bij de beoordeling van instrumentkorting gelden als harmonie instrument: instrumenten die eigendom zijn van harmonie St. Caecilia Bavel, en instrumenten die de harmonie tegen betaling huurt of leent van derden of eigen harmonieleden.
- Een hoofdinstrument is het exemplaar dat door een werkend lid met meerdere instrumenten het vaakst bij harmonie optredens of repetities wordt bespeeld. Overige instrumenten die worden gebruikt bij harmonie optredens of repetities, of voor thuisstudie door slagwerkers, zijn neveninstrumenten.
- Instrumentkorting is niet stapelbaar. Voldoet een werkend lid aan meerdere bij punt II genoemde criteria, dan wordt slecht één keer instrumentkorting verleend.
- In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het bestuur.
Aldus vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering op 20 maart 2025,
De secretaris, De voorzitter,
………………………. ………………………